Wanneer de fusie Zonnebeke tot stand kwam in 1977, bestaande uit Beselarenaars, Geluveld- en Zandvoordenaars, Passendale- en Zonnebekenaars, had men een zesde bevolkingsgroep vergeten, namelijk de Merullenaars. Deze aparte gemeenschap van voornamelijk arbeiders en landbouwers ontwikkelde zich tot het grootste gehucht en onderscheidde zich sterk van de bevolkingskernen in de omliggende dorpen. De stijfkoppigheid tegen alles en iedereen die niet van de wijk was, beheerste hun voornaamste doen en laten. De Merul had haar eigen kermissen en feesten, meestal in het najaar toen de seizoenarbeiders uit Frankrijk terug thuis waren. Tussen Broodseinde en de grens met Beselare waren er langs de steenweg en in de straten rondom rond 1900 achttien herbergen. Er was een bloeiend verenigingsleven, een school en een kapel. Met vele plaatselijke handelszaken kon de wijk als het ware op zichzelf bestaan. In de laatste jaren is veel daarvan afgezwakt, maar de Merullenaars willen hun wijk met geen ander ruilen. Reis mee in de tijd langs de verschillende thema’s hieronder.
